Beste Vrienden,
Laten we beginnen met de loftrompet te steken over de trainer. Deze man of vrouw moet van vele markten thuis zijn. Hij of zij moet niet alleen spelen met de trainingsprincipes om een effectief en haalbaar en uiteraard uitdagend trainingsschema in elkaar te steken, hij of zij moet ook over empathische kwaliteiten beschikken om bij onvermijdelijke tegenslagen de brokken te lijmen en peptalk te produceren, en beschikt liefst over voldoende passie om dit aan zekere financiële voorwaarden en op avondlijke uren en in weekends op te brengen.
Moest ik een vacature uitschrijven voor een collega, deze tekst zou in de buurt kunnen komen.
Maar dat is nog niet alles. Een trainer wordt ook verondersteld om soms de leiding te nemen. Iets waarover al vele boeken zijn geschreven. ‘Leadership’ is er in vele stijlen en ik denk dat iedereen er zich ook één eigen moet maken. Je moet, zo las ik onlangs nog ergens, afhankelijk van de situatie en je publiek, van stijl kunnen veranderen. Ikzelf speel niet graag ‘politieman’, maar soms moet het, op één of andere manier. Zo heb ik onlangs van mijn hart een steen moeten maken om mijn gasten van de eerste graad middelbaar in het begin van een training hun spullen te laten pakken en – zonder gsm – binnen op een stoel te zetten. Ik vond het heus niet leuk maar ik had het al veel langer moeten doen. Als je bij dreigen blijft maak je jezelf belachelijk. Dat zal ik ook de ouders onder jullie niet moeten uitleggen. Maar als trainer zijn het je kinderen niet. En kinderen van diezelfde leeftijd die in clubverband, dus in hun vrije tijd, komen trainen, dan kan en wil je die ook niet op dezelfde manier met de vinger wijzen. Dat is meestal ook alleen maar nodig in schoolverband… en vergeet maar dat sommigen wakker liggen van een strafstudie of een nul op hun rapport. De twijfelachtige kunst bestaat er soms in om uit te vissen wat hun dierbaar is… en de beste beloning is m.i. nog altijd een oprecht compliment. ‘Geef mensen een pluim en ze krijgen vleugels’, een prachtige spreuk van Bond Zonder Naam.
Een leider hoort soms ook knoopjes door te hakken. Aan de trainer wordt gevraagd of het wel verantwoord is om dan aan die marathon deel te nemen. 'En of er in die marathonvoorbereiding ook een halve marathon mag gelopen worden'? Twee weken voor de marathon? ‘Want een vriendin doet er dan ook mee’.
Maar de trainer moet soms ook zelf aanvoelen of het tijd is om in te grijpen. Een atleet die in het sukkelstraatje moet je er soms op wijzen dat hij aan het aanmodderen is en dat ie daarmee niks bereikt. Vorig jaar stapte een wielrenner in de maand mei op me af omdat hij nauwelijks nog meekon in koers. Ik heb nog getracht om hem te depanneren, maar na een maand had ik al door dat we hoogstens nog wat meubelen konden redden door een maand wedstrijden te schrappen en terug ‘bij te trainen’. Hij schonk mij zijn vertrouwen en we hebben het jaar met een goede nasmaak kunnen afsluiten. Eén van mijn lopers kampt al maanden met kleine kwaaltjes en geraakt er niet vanaf. Dan ben ik resoluut: schema opzij en zo snel mogelijk door dokter en kine in orde laten zetten; eerst gezond zijn en dan pas trainen. Klinkt logisch, maar iemand die nog 70 km per week kan lopen overhalen om te kiezen voor de ‘korte pijn’ (lees tijdelijk stoppen met lopen) is gemakkelijker gezegd dan gedaan.
Eén van de mooiste knoopjes die ik ooit heb mogen doorhakken was voor de man die je hierboven op de foto ziet. Naast het ontmoeten van zijn grote idool Tom Boonen(*), was zijn grote droom om de Mont Ventoux eens op te geraken met zijn driewieler. Voor een veertigplusser met hersenverlamming, die amper 80 Watt kan trappen bij een kadans van ca. 40 tpm, is dat gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het zou van mij afhangen of hij de reis naar Frankrijk zou maken en een begeleider, die hij moest zoeken vanwege de organisatie, zou engageren. Ik opperde dat hij niks te verliezen had met het erop te wagen. En zo geschiedde. Het was de Sporta-editie van 2011, waarin erg slecht weer voorspeld werd en er ook kwam. De weg naar de top werd vroeg op de dag afgesloten wegens te ongunstige omstandigheden. Weinig fietsers bereikten de top, maar onder hen was niemand minder dan ‘mijn man’! Gezien hij toch wel voorzag minstens 6 uur nodig te hebben (i.t.t. de normale 2 uur) vertrok hij ontieglijk vroeg in de ochtend en glipte door de mazen van het net. Strength through adversity, is dit geen prachtige metafoor om dit blogje mee af te sluiten?
Met sportieve groeten,
Karel
(*) ook die droom heeft hij intussen kunnen waarmaken !